Waarderingselementen

gradar kent specifiek aangepaste factoren voor elk loopbaanpad.

Het systeem kenmerkt zich doordat er geen overlappen zitten in de factoren. Daardoor treden er geen dubbeltellingen op en heeft het systeem geen impliciete voorkeur voor bepaalde loopbaanmodellen.

Experts, "goeroes"

Professionals

Vakbekwame medewerkers

Ongeschoolde / Halfgeschoolde medewerkers

Het niveau is het resultaat van de dimensies van het project: tijdsbestek, budget, leiderschapsduur, complexiteit, ...

Algemeen management

Topmanagement

Middenmanagement

Junior management

25
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
09
08
07
06
05
04
03
02
01

Medewerkers

Projectmanagement

Management

De 3 loopbaanpaden zijn als volgt gedefinieerd:

Specialisten & medewerkers

Deze functie levert zijn bijdrage primair door gebruik en ontwikkeling van specifieke vakkennis. Medewerkers leveren hun werkprestatie doorgaans individueel of als onderdeel van een organisatieonderdeel. De verantwoordelijkheden variëren van losse, afgebakende taken bij basiskrachten tot aan de vaktechnische leiding als expert binnen een discipline. Disciplinair leidinggeven behoort niet tot de kerntaken.

Management posities

Deze functie heeft als zwaartepunt het disciplinair leidinggeven aan medewerkers en organisatieonderdelen, eventueel met een te verantwoorden budget. De werkprestatie ontstaat indirect door leidinggeven, stimulering, ondersteuning en motivatie en door doelmatig gebruik van de beschikbare middelen.

Projectmanagement posities

De kerntaak van deze functie bestaat uit projectmanagement. Coördinatie, planning en allocatie van personeel, middelen, budgetten etc. in het kader van een tijdelijk en vaktechnisch afgeperkt eenmalig project (product of dienstverlening).

Functiewaardering Factoren Definitie Specialisten of medewerkers Management posities Projectmanagement posities
Vakkennis Met de factor vakkennis worden de opleidingeisen beoordeeld, die de functiehouder nodig heeft om de taken en handelingen uit te voeren die typerend zijn voor de functie. De vereiste vaardigheden en kennis bestaan primair uit formele kwalificaties en relevante beroepservaring. De indeling is gebaseeerd op de verworven competenties en de vakkennis in theorie en praktijk. Het model sluit aan bij de niveaus van het Europese Kwalificatieraamwerk. De verschillende kwalificaties binnen een niveau zijn gelijkwaardig, maar niet gelijksoortig. De verschillende niveaus zijn gebaseerd op afgeronde opleidingen, maar kwalificaties kunnen ook op andere manieren worden verworven. Vaktechnische kerncompetenties voor de functie.
Ervaring Deze factor beoordeelt de voor het uitvoeren van deze functie vereiste vaktechnische ervaring of specifieke beroepservaring, die buiten de officiële kwalificaties vereist is. Ten grondslag hieraan ligt de aanname, dat de te verantwoorden taakgebieden zich inhoudelijk en de functiehouder zich vaktechnisch verder ontwikkelen. Behalve de kwalificatie is dus relevante praktische ervaring nodig, om volledig aan de vereisten voor deze functie te kunnen voldoen. Als beroepservaring gelden normaliter ervaringen na een opleiding of in aansluiting op een studie. Functies als wetenschappelijk medewerker gelden dan ook als beroepservaring. Relevante stages of praktische ervaring in het kader van werk als zelfstandige kan ook als adequate beroepservaring worden gerekend. Deze factor beoordeelt niet de specifieke kennis van het bedrijf of de organisatie. Deze worden apart beoordeeld als de vereisten van organisatorische kennis.
Probleemoplossend vermogen Deze factor dekt de vereisten aan de probleemoplossende competenties van de functiehouder af. De aanspraak op het denkvermogen, het herkennen van samenhangen en het ontwikkelen van oplossingen wordt complexer naar gelang het aantal informatiebronnen waarmee rekening gehouden moet worden groter wordt. Hier wordt de vereiste beschreven, zich aan nieuwe situaties aan te passen en in sterkere mate met betrekking op risico’s, wisselwerkingen en potentieel te beoordelen en te ontwikkelen.
Verantwoordelijkheid voor medewerkers Deze factor beschrijft de invloed die de functie op het handelen van anderen heeft. Als specialist staat de vaktechnische verantwoordelijkheid voor opleiding, ontwikkeling en mentoring van collega’s op de voorgrond. Daarom moeten zowel vaktechnische als sociale aspecten van de samenwerking met en de verantwoordelijkheid voor anderen beoordeeld worden. De status / de functie van een rol binnen de organisatiestructuur kan ook belangrijk zijn, of de status van de functie in het netwerk binnen de organisatie. Zowel vaktechnische als sociale aspecten van de verantwoordelijkheid voor anderen en de mate van verbinding binnen de organisatie worden in deze factor beoordeeld.
Kennis van de organisatie Met deze factor worden de vereisten ten aanzien van kennis van de organisatie beoordeeld, ten aanzien van de samenhang tussen organisatieonderdelen en bedrijfsprocessen. Op hogere niveaus overstijgt de kennis de eigen organisatie en gaat het ook om samenhangen buiten de organisatie en hun effect daarvan op de organisatie.
Processen Deze factor meet de impact van de functie bij de toepassing, controle, optimalisatie en ontwikkeling van processen. Zakelijke processen bestaan uit een hoeveelheid logisch gekoppelde losse bezigheden (taken, activiteiten) die uitgevoerd moeten worden om een zakelijk of organisatorisch doel te bereiken. Een proces is herhaalbaar, met waardecreatie verbonden en maakt gebruik van de organisatie.
Complexiteit Processen kunnen zeer veelzijdig zijn. Om de complexiteit van processen te bepalen en om als modificator voor de procesverantwoordelijkheid te dienen, onderscheidt deze factor drie verschillende niveaus van complexiteit van processen binnen een organisatie.
Functionele Verantwoordelijkheid Met de functionele verantwoordelijkheid wordt de besluitvormings- en handelingsvrijheid van de functie beoordeeld. Onafhankelijkheid in het uitvoeren van taken en de directe of indirecte verantwoordelijkheid voor een taakgebied zijn graadmeters voor het belang van een functie voor het bereiken van doelen. De invloedssfeer van de functie binnen het eigen organisatieonderdeel en de invloed op andere eenheden wordt bekeken. Beïnvloeding van de eindresultaten.
Reikwijdte van beslissingen Deze factor beoordeelt de reikwijdte van de door de functiehouder genomen beslissingen in geografische niveaus. Op het laagste niveau zijn de beslissingen van lokaal of regionaal belang, op het hoogste niveau hebben de beslissingen uitwerkingen op kernonderdelen van een organisatie met wereldwijd belang.
Communicatie Bij de vereisten aan communicatieve vaardigheden worden de aard en de invloed van de interactie met interne en externe communicatiepartners beoordeeld. Doel van de interactie is de uitwisseling van vakinformatie, beïnvloeding of onderhandeling. Het succesvol interacteren met groepen vereist interculturele en sociale competenties. Met deze categorie moeten alle vereisten aan de interpersoonlijke vaardigheden voor de te beoordelen functie worden afgedekt.
Span of Control Deze factor beoordeelt de span of control. Op hogere niveaus wordt het leidinggeven complexer en veelzijdiger. Een indicatie is de grootte van de organisatie-eenheden waaraan leiding wordt gegeven en de diversiteit daarvan, inclusief eventuele ondergeschikte niveaus. Allocatie van medewerkers en bedrijfsmiddelen om doelen te bereiken. Beoordelen van prestaties, beoordelen van ontwikkelingsmogelijkheden van personeel, motivatie, eventueel training. Selectie van personeel, conflicten oplossen, afwegen van uiteenlopende doelen.
Te managen medewerkersgroep Deze factor wordt gebruikt voor een aanpassing van de span of control. Er wordt gekeken naar het niveau van de medewerkers waar leiding aan wordt gegeven. Het niveau van de kern van het onderdeel waar leiding aan wordt gegevens is de basis voor de classificatie.
Organisatorische verantwoordelijkheid Deze factor beoordeelt de verantwoordelijkheid van de manager vanuit een organisatorisch perspectief. Speelruimte bij bevoegdheden, positie van de functie binnen de hiërarchische niveaus, reikwijdte van de bestuurlijke autoriteit
Gebruikte temen

Organisatieonderdeel
- bestaat uit meerdere afdelingen, eventueel ook internationaal of in een matrix
- heeft daarnaast eventueel staffuncties van teams met aanzienlijke vaktechnische verantwoordelijkheid

Afdeling
- bestaat uit meerdere teams, eventueel ook internationaal of in een matrix
- heeft daarnaast eventueel medewerkers buiten teams met specialistische rollen

Team
- groep van meerdere medewerkers, onafhankelijk van de kwalificaties
Verantwoordelijkheid voor projecten Deze factor beoordeelt de verantwoordelijkheid voor een deelproject, algehele projectverantwoordelijkheid, strategische projectleiding of de verantwoordelijkheid voor gevarieerde projectprogramma’s. De projectleider is verantwoordelijk voor het behalen van de doelen die zijn vastgelegd in het projectplan ten aanzien van kwaliteit, planning, budgetkaders en dient ervoor te zorgen dat interne of externe klanten de contractueel toegezegde prestaties ontvangen. Kwalitatief aspect van het leidinggeven. Functies in het loopbaanpad projectmanagement moeten worden beoordeeld op basis van het meest typische project voor de betreffende projectleider.
Leiderschapsspanningen Deze factor beoordeelt het aantal projectmedewerkers waar leiding aan gegeven wordt. Dit kwantitatieve aspect moet worden beoordeeld op basis van de meest typische span of control van de betreffende projectleider. Het optellen van meerdere spans of control is alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk, bijvoorbeeld als een projectmanager gelijktijdig meerdere projecten aanstuurt met elk maximaal 10 medewerkers.
Projectomvang Per definitie moet de inschatting of een project klein, middelgroot of groot is altijd vanuit het perspectief van het betreffende bedrijf worden gemaakt. Deze definitie is daarom slechts een marktgebaseerde inschatting. De reikwijdte van een project is afhankelijk van het aantal mensdagen, bedrijfsmiddelen, technologieën, looptijd en reikwijdte binnen de organisatie. Samenwerking met andere organisaties of externe dienstverleners maakt projecten complexer. Tenslotte moet rekening worden gehouden met het financiële risico, ook in verhouding tot de totale omzet van de organisatie. Belang van het project als geheel voor de organisatie, organisatiekundig aspect.
Projectbudget Een budget is normaal gesproken afhankelijk van factoren als personeelsinzet (mensdagen), opdrachtvolume, ontwikkelingskosten, licentiekosten en marketingkosten. De indeling van het budgetkader komt overeen met wat op de markt als gebruikelijk wordt beschouwd.

Wilt u meer weten?

Registreer nu voor onze gratis evaluatieversie en probeer gradar gratis uit!